vrijdag 29 maart 2013

De kracht van NU helpt hoogsensitieve kinderen

De bijeenkomst is ten einde. Samen met mijn cliëntje loop ik naar haar moeder die het afgelopen uur in mijn piepkleine wachtkamertje zat. Een kamertje waar altijd thee staat en stapels boeken over opvoeden liggen om in te kijken terwijl er wordt gewacht. Soms hoor ik wel eens een vader licht snurken... Eindelijk een uurtje voor zichzelf.

Ik hoor dat mijn nieuwe bezoek al is gearriveerd. Beneden in de praktijkkeuken zit Samuel die altijd met zijn moeder komt. Jassen nog aan want het is bar koud buiten. Hij fluit een liedje. 

Samuel is een van mijn favoriete bezoekers. Hij is tien jaar. Hij is spontaan en slim. Hij heeft daarbij een groot gevoel voor humor.  Ik zou hem bijna charmant noemen. En; ik ervaar hem als een  kind met een groot gevoel voor autonomie. Hij is nu meer zichzelf. Twee jaar geleden volgde hij de Ik ben Oké! cursus vanwege zijn gebrekkige aandacht. Daar heeft hij hard aan gewerkt, maar eerlijk gezegd sprak zijn leeftijd een woordje mee in het succes. Nu hij tien is gaat concentreren ineens veel makkelijker. Omdat hij een beetje wakkerder is geworden.

Hij heeft afgelopen maand aan zijn moeder gevraagd of hij niet weer eens naar mij toe mocht. Zijn hoofd werd steeds drukker en hij sliep slecht.
Als ik beneden kom en afscheid heb genomen van Gwendoline kijkt Samuel me olijk aan en vraagt aan zijn moeder: vertel jij het slechte nieuws? 
Ik veins schrik. Slecht nieuws? Wat nu?

Als we met een kop thee en een koekje tegenover elkaar zitten blijkt het slechte nieuws te zijn dat hij niet meer naar mij toe hoeft te komen. Het gaat goed met hem! 
Ai! zeg ik, dat is me ook wat moois. Dus we gaan afscheid nemen?
'Ja, maar ik heb nog wel een vraag: ik heb nachtmerries. En dan durf ik niet alleen te slapen.' 
Samuel tekent een beeldverhaal over zijn droom op de flapover. Hij houdt van tekenen. 
Al doende ordent hij wat hij heeft ervaren. Terwijl hij tekent vertelt hij over zijn belevenissen. 

Ineens komt iets in me op. Ik loop naar de boekenkast en pak het boek van Eckhart Tolle: Pepijn's geheim. 
'Ik wil je graag een verhaal voorlezen.' Heerlijk vind hij dat. Hij houdt van verhalen. 
Ik ga naast hem zitten en lees het verhaal voor. Ik let op mijn dictie, maak het soms spannend door de toon van mijn stem te gebruiken en merk dat hij er al gauw helemaal in zit. 

En ineens besef ik: ook ik zit er helemaal in. Wat een prachtig verhaal! Het gaat over het NU. 
Je kunt je zorgen maken over iets dat gebeurde en daar allemachtig veel over nadenken. Je maakt verbinding met het TOEN. Je kunt je zorgen maken over het DAN, omdat je je zorgen maakt over wat er gaat gebeuren. Maar in het NU is er alleen maar het NU, toen en dan verdwijnen. 
Daarbij gaat het verhaal ook over licht. Een nare droom verdwijnt of verschijnt niet eens als je het licht opzoekt. Bezorgde gedachten weerhouden je ervan iets op lichte wijze te benaderen. 

Samuel herkent zich in het verhaal. Ook hij heeft zich zorgen gemaakt: over zijn moeder. Zij kijkt soms een beetje treurig. Hij wil haar zo graag helpen! Of ze echt verdrietig is weet hij niet zeker, maar hij stelt zich voor dat ze dan een beetje treurt. Hij heeft een groot inbeeldingsvermogen. En hij is een goede zoon. 
We  spreken af dat Samuel voor hij gaat slapen aan iets moois denkt. Zijn eigen idee is dat hij aan het licht denkt. Hij hoeft alleen maar aan het verhaal te denken. Wie weet blijven de nachtmerries dan weg. 
En ik zeg: 'Ik weet zeker dat je moeder voor zichzelf kan zorgen. Je vader helpt haar immers? Ik vind dat je geweldige ouders hebt!'

Samuel tekent nog een engel met voetbalsokken die omringd is door licht en gaat dan fluitend weer naar huis.
Als ik de deur afsluit zie ik zijn moeder met hem meerennen, dwars door mijn tuin. Ze lachen.

Zoals altijd zijn de namen in deze blog gefingeerd. 











dinsdag 26 maart 2013

Games? Ik kan niet stoppen!

© sony


Zijn moeder en hij komen samen. Dat is erg leuk.
Er ontstaan geanimeerde gesprekken en mijn uitdaging is om hem voldoende ruimte te geven en tegelijkertijd zijn moeder een gevoel te geven dat ze het echt goed doet.

Hij is erg sensitief. Mogelijk is zijn sensitiviteit versterkt omdat hij helemaal in het begin van zijn aardse carriëre een zware behandeling in het ziekenhuis moest ondergaan. De zintuigen en het gevaarssignaleringsysteem in ons lijf werken nu eenmaal al honderduizenden jaren in innige symbiose samen.
Als je zo iets naars meemaakt, de onbewuste ervaring hebt gehad dat je iets dergelijks is overkomen zonder er enige zeggenschap in te hebben gehad (hij was maar een baby) dan is je onbewuste reactie daar wellicht op gefocust. Zodra er gevaar dreigt gaan alle zintuigen op scherp en is het lichaam in de vecht,-of vlucht stand. Stress ligt op de loer.

Het gesprek komt op je aandacht focussen op die stomme tv, gewoon: omdat je moe bent, geïrriteerd na een erg drukke dag op school en tot rust wilt komen.

'Ik kan dan niet stoppen. Ik ben in de ban van het spel. Maar als ik dan stop voel ik me erg naar. Ik ben maar aan het schieten geweest in het spel. Ik word steeds drukker. Mij hart bonkt. Ik droom dan ook naar. Ik zie dan nare gezichten als ik mijn ogen dicht doe als ik wil slapen. Ik weet het allemaal wel, maar ja...'

Omdat we alledrie het belang ervan inzien dat hij dit soms nodig heeft omdat hij veel stress ervaart, spreken we af: 'oorlogsgamen' mag mits hij voor de games kiest waarin onze werkelijke 'aardse' oorlogsregels ook worden nagestreefd. De NAVO en UN zijn er niet voor niets...

En hij mag kiezen wanneer hij het doet en houdt zich aan deze afspraken (waar hij zelf bij betrokken is geweest in ons gesprek):

Geen games als hij eenmaal gegeten heeft 's avonds
Geen games vlak voor het naar school gaan
Gamen tot een uur per dag mag
Geef de energie terug aan de makers van de game; zij bedachten het en dagen hem en andere jonge kinderen uit hun tijd op deze manier door te brengen

We horen van deze jongen zelf hoe hoog de omzet in de game industrie is geweest. Dat heeft hij opgezocht nadat hij met zijn ouders sprak over het 'probleem'.

Hou je vast: wereldwijd 70 miljard.
Ik zocht het op: PriceWaterhouseCoopers voorspelde het. Ondanks dat de ver(w)achte groei vorig jaar tegenviel is de omzet zo hoog geweest!
70 000 000 000 euro

Oke! We hebben er mee te maken. Honderdduizenden jongens zullen de komende jaren hun brood gaan verdienen in de game industrie.

Het enige wat we kunnen doen: erken de behoefte aan gamen. Help hun bewustzijn te vergroten. Als je hun behoefte erkent kun je ook grenzen stellen. Verbieden werkt averechts dus dit lijkt de best mogelijke optie.

Zeg daarom:

Ik snap het wel. Ik weet dat jongens vaak voelen dat ze rustig worden als ze een game spelen. Ik weet ook dat ze door dit soort games veel minder toekomen aan lezen en huiswerk doen. En dat ze nare beelden kunnen zien in hun droom. Ik wil dus graag afspraken met je over hoe we hier mee omgaan in ons huis. 

Veel moed en wijsheid!

Sylvia van Zoeren




Wijzeouders

zondag 24 maart 2013

Is het faalangst?


Faalangst herkennen

Je kind wil erg vaak horen of je vindt dat het mooi is wat het heeft gemaakt

Je kind is snel uit evenwicht als de sfeer in huis niet prettig is

Je kind wil vaak van je horen dat je weet dat het iets goed kan

Als je kind iets nieuws gaat doen, voelt het zich erg onzeker en wil het eerst zien hoe het moet

Als je iets nieuws uitlegt kan je kind zich niet concentreren

Je kind heeft lichamelijke uitingen van stress: natte handen, stotteren, lichte tics, niet stil kunnen zitten, slecht ademen, hoog opgetrokken schouders, friemelen

Je kind klaagt over buikpijn, een droge mond, hoofdpijn, vaak moeten plassen

Als de juf/meester in de klas iets vraagt aan de kinderen, duikt je kind weg

Je kind doet druk als de juf/meester iets uitlegt

Je kind kijkt steeds weg tijdens instructies

Je kind vraagt niet om hulp

Je kind springt van de hak op de tak

Je kind voelt zich onzeker bij ouderen of kinderen die meer weten, meer ervaring hebben

Je kind zoekt de anonimiteit van de groep liever op dan 1 op 1 contact te hebben

Je kind reageert heftig op kritiek, of denkt snel dat je kritiek levert

Je kind leidt medeleerlingen vaak af in de klas

Je kind is niet assertief, laat anderen vaak over zijn grenzen heengaan

Je kind begint later dan anderen met de vragen beantwoorden

Je kind stelt steeds vragen over de afspraken in de klas

Je kind leert wel uit het hoofd, maar begrijpt de stof feitelijk niet

Je kind heeft vaak woedeaanvallen na afloop van een schooldag

Je kind begint vaak met de moeilijkste vragen en is daar dan te veel tijd aan kwijt

Je kind twijfelt aan de antwoorden die het gaf en gaat alsnog veranderingen aanbrengen

zaterdag 23 maart 2013

Bang in het donker

Tegenover me zit een lief meiske met prachtige ogen en een zachte uitstraling.

Haar ouders hebben me gevraagd of ik haar kan helpen want ze komt erg moeilijk in slaap.
Bovendien is ze soms erg bang als ze naar bed is gegaan, ze vraagt meestal of haar moeder boven wil blijven als ze naar bed gaat.
Ze is net zeven jaar. Zit in groep 3. Ze was dus nog zes toen ze van kleuter een onderbouwleerling werd.

Ik heb net een verhaal voorgelezen. Tijdens het voorlezen mogen de kinderen bij mij een mandalakleurplaat kleuren zodat ze zich kunnen concentreren op het verhaal. Het geeft ze ook een veilig gevoel heb ik gemerkt. Ze hoeven niet steeds naar mij te kijken terwijl ik voorlees.
Jongens gaan wel eens in de hangstoel lummelen tijdens het voorlezen, of kater Co aaien (die dat natuurlijk geweldig vindt!).
'Hoe was het vandaag op school?'
'Goed.' Ze schuifelt heen en weer op de stoel. Ze is best een beetje bang voor lastige vragen.
'Heb je nog gerekend?'
'Ja.'
'Was het moeilijk?'
Nee hoor...
'Vertel eens; waar zit je in de klas?'
Ze begint te beschrijven wat haar plekje is.
En tegelijkertijd tekent ze in de lucht, ze geeft de plek aan door aan te wijzen, door omtrekken aan te geven met wapperende handen, te laten 'zien' aan mij waar ze zit en tegenover wie. Ze vertelt beeldend: En daar zit Jeffrey, die wiebelt altijd zo (ze doet het voor) en naast hem zit Maaike die wel eens naar de gang moet om haar werkje af te maken. Dan pakt ze haar spulletjes en loopt ze weg. Ze hoeft dat niet eerst te vragen.

In de loop van de jaren herken ik beelddenkers steeds makkelijker. Steevast als ik ze een vraag stel gaan de ogen omhoog. Ze kijken boven zich in de ruimte en zoeken naar een beeld. Ze hebben echt even tijd nodig, want er komen veel beelden tegelijk in ze op en ze moeten er dan nog wel een kiezen die bij de vraag past. En dan moeten ze nog gaan vertellen wat ze zien. Woorden zoeken bij het beeld.
Standaard wacht ik dus wat langer met doorvragen. Daar komt bij: als je een filmpje ziet in je hoofd, hou dat maar eens bij met je woordjes: je kunt wel 32 per seconde zien volgens kenners.  En woorden? 3-5 per seconde, dus je struikelt nog wel eens over je tong...

Als ik de kinderen zo zie wapperen 'weet' ik het eigenlijk al meteen. Sommige kinderen gaan staan en lopen en geven al bewegend in de ruimte aan waar ze zitten.

Dit meisje is daarnaast ook erg sensitief. Ze is gevoelig voor sfeer, erg hulpvaardig en vriendelijk. En daarbij erg met haar aandacht bij alles om zich heen. Ze zoekt eigenlijk steeds prikkels buiten zichzelf om zichzelf een plek te geven in de ruimte.
En dan, als 's avonds de lichten uitgaan vallen de prikkels weg. Niet alleen gaat ze ineens naar binnen met haar aandacht waardoor ze alle belevenissen nog eens langs ziet komen. Haar vermogen zichzelf een plek te geven in de donkere ruimte verdwijnt ook daardoor. Daarom vraagt ze waarschijnlijk steeds of haar moeder in de buurt wil blijven. Door deze verbinding voelt ze zich geaarder en veiliger.

Mijn taak de komende tijd is om haar te helpen zelf een verbinding te leggen met haar eigen lichaam.

Veel moed en wijsheid!